De Directie Hondensteun en de speciale eenheden van de federale politie, DOVO, Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV mogen voortaan stoorzenders of ‘jammers’ gebruiken. Dat geldt ook voor de FOD Buitenlandse Zaken en de FOD Binnenlandse Zaken. Tot nog toe was dat verboden, maar de wetgever creëert een uitzondering ‘voor een betere bescherming van de bevolking en de openbare belangen’. Aan het gebruik zijn wel strikte voorwaarden verbonden.
Verboden stoorzenders
Jammers zijn radiozendapparaten die de ontvangst van signalen van andere apparaten en zenders (mobiele telefonie, gps, …) verstoren. Het gebruik ervan kan ernstige gevolgen hebben voor instanties en bedrijven die afhankelijk zijn van de werking ervan. Bijvoorbeeld de luchtvaart en de hulpdiensten.
In ons land is het daarom verboden om deze apparatuur
te houden, te commercialiseren, in te voeren, in eigendom te hebben of te gebruiken. Dat verbod geldt echter niet voor de Krijgsmacht (tenminste wanneer die het zendtoestel alleen bestelt, opstelt en gebruikt op haar oefendomein) en voor het bestuur van de penitentiaire instellingen om te verhinderen dat op hun domein radiocommunicatie mogelijk is. Maar let op, het zendtoestel mag in penitentiaire instellingen alleen gebruikt worden wanneer dat noodzakelijk is voor de openbare orde of de bestrijding van criminaliteit.
Nuttige tool
Jammers kunnen echter ook erg nuttig zijn op andere gebieden. Onder meer in de strijd tegen terreur of zware criminaliteit of in het algemeen ‘bij opdrachten voor de bescherming van de bevolking en openbare belangen’. De wetgever breidt de uitzondering op het verbod daarom uit.
Overheidsdiensten
In eerste instantie naar de overheidsdiensten die betrokken zijn bij opdrachten ter bescherming van de bevolking en de openbare belangen. Jammers mogen voortaan in dit kader gebruikt worden door de FOD Buitenlandse Zaken, de FOD Binnenlandse Zaken en Defensie. Maar in tegenstelling tot de Krijgsmacht die de zenders mag gebruiken op haar hele oefendomein, mogen de overheidsdiensten alleen stoorzenders gebruiken die vast zijn opgesteld. Bovendien mogen de toestellen alleen worden ingeschakeld om de vertrouwelijkheid van gesprekken te beschermen voor zover ze betrekking hebben op de veiligheid van de bevolking.
DOVO en federale politie
Maar ook DOVO (de Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen van de Krijgsmacht), de Directie Hondensteun van de federale politie, de speciale eenheden van de federale politie en onze inlichtingen- en veiligheidsdiensten mogen voortaan stoorzenders gebruiken.
Conform de huidige wetgeving is het voor de DOVO verboden om jammers te gebruiken buiten hun oefenterreinen. Door de toenemende dreiging van aanslagen door ontploffingstuigen die van op afstand worden gecontroleerd is het echter noodzakelijk dat DOVO de zenders ook kan gebruiken buiten hun oefenterreinen.
• | Directie Hondensteun federale politie |
De Directie Hondensteun omvat onder meer de groep explosievenhonden die tussenkomen in bijstand van de geïntegreerde politie. De explosievenhondengeleiders zijn vaak als eerste ter plaatse voor de opsporing van een verdacht pakket na een bomalarm. Maar ook zij mogen momenteel geen jammers gebruiken op dat moment om te verhinderen dat bepaalde tuigen van op afstand in werking worden gesteld. Hetzelfde geldt wanneer ze worden opgeroepen voor een preventieve sweeping of bij huiszoeking, enz. Binnenkort mag dit wel.
• | Speciale eenheden federale politie en inlichtingen- en veiligheidsdiensten |
In het verlengde van wat geldt voor DOVO en de Directie Hondensteun, wordt ook voor de speciale eenheden van de federale politie en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten een uitzondering op het verbod gecreëerd.
Net als voor de andere diensten zorgt het gebruik van jammers ook voor een betere bescherming van het personeel dat bij deze diensten werkt.
Strikte voorwaarden
Het gebruik van de jammers door deze diensten is gebonden aan strikte voorwaarden. In eerste instantie zullen de diensten voor ieder gebruik, de risico’s van schadelijke storingen moeten evalueren. Alleen wanneer de baten groter zijn dan de nadelen voor derden is gebruik toegelaten.
Verder moet de activering van deze toestellen beperkt zijn in de tijd, in de ruimte en in de frequentie tot het strikt noodzakelijke voor het uitvoeren van de operaties.
BIPT inlichten
Tot slot moet ieder gebruik gemeld worden aan het BIPT. En dat binnen de 24uur. Het BIPT kan het gebruik beperken of bepaalde technische voorwaarden opleggen wanneer deze regel niet wordt nageleefd.
Trein- en luchtvaart
Een bijzondere situatie doet zich voor bij trein- en luchtvaartcommunicatiedienste waarvan bij storingen mensenlevens op het spel staan. Voor schadelijke storingen die in deze banden optreden, dienst dus een preventieve en maximale risicobeheersing gehanteerd te worden. Jammers mogen op deze banden gebruikt worden, maar de toestellen moeten 3 maanden voorafgaan aan het eerste gebruik aan het BIPT meegedeeld worden. Het BIPT zal dan nagaan welke technische en operationele maatregelen moeten worden toegepast (bv. vermogensbeperking, het gebruik van directionele antennes, enz.).