Een vraag? Een suggestie?
Tel.: 015 78 7600
Mail: klant.BE@wolterskluwer.com
Vul het formulier in


Verkeersvademecum 2023 (NIEUW)



In editie 2023 van het Verkeersvademecum werden alle wetswijzigingen verwerkt tot en met 1 december 2022. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop, waar u ook een overzicht vindt van de verwerkte wetswijzigingen.

Interventiezakboekje 2023 (NIEUW)



Het Interventiezakboekje 2023 bestaat uit 73 alfabetisch geordende fiches. Zij geven uitleg over de wettelijke en bestuurlijke aspecten van verschillende soorten interventies. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop.
 

Zakboekje strafrecht 2022



Het Zakboekje Strafrecht is een onmisbaar werkinstrument voor iedereen die beroepshalve met het strafrecht omgaat. Voor politieambtenaren onmisbaar om betrouwbare pv’s op te stellen. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop.

Wetboek wegverkeer en wegvervoer



Het Wetboek wegverkeer en wegvervoer bevat alle belangrijke verkeersgerelateerde wetteksten die van toepassing zijn in Vlaanderen. Daardoor is het boek een onmisbaar werkinstrument voor de dagelijkse politiepraktijk en tijdens de politionele opleidingen. U kunt het wetboek meteen bestellen via onze webshop.

Tot 20% korting op onze politiepublicaties

Wolters Kluwer heeft een uitgebreid gamma aan zakboekjes over politiethema's: o.a. verkeer, interventie, politiestatuut, strafrecht en milieuhandhaving. Bekijk het volledige aanbod in onze webshop en krijg tot 20% korting bij de aankoop van meerdere exemplaren voor uw korps of dienst.

Staatsveiligheid rekent op medewerking telecomoperatoren

Nieuws - 09/11/2010
-
Auteur 
Ilse Vogelaere


De Belgische Staatsveiligheid en de Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst van de Krijgsmacht kunnen bij de operatoren van elektronische communicatienetwerken en de verstrekkers van elektronische communicatiediensten gegevens over elektronische communicatie opvragen. Hun medewerking verloopt via hun Coördinatiecel Justitie. Hoe en wanneer zij moeten ingaan op de vorderingen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is vastgelegd in een nieuw besluit.

Elektronisch communicatie

Sinds 1 september 2010 zijn de methodes voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten herzien. Er zijn nu drie soorten: de gewone, de specifieke en de uitzonderlijke. Een aantal van hen hebben betrekking op elektronische communicatie.

Tot de specifieke methoden behoren
de identificatie van de abonnee of de gewone gebruiker van een elektronische communicatiedienst of van het gebruikte elektronische communicatiemiddel;
de identificatie van de elektronische communicatiediensten waarop een bepaalde persoon is geabonneerd of die door een bepaalde persoon gewoonlijk worden gebruikt;
de mededeling van de facturen met betrekking tot de geïdentificeerde abonnementen.
Bij deze methoden kan toegang tot de klantenbestanden gevraagd worden.

Andere specifieke methoden zijn:
het opsporen van de oproepgegevens van elektronische communicatiemiddelen van waaruit of waarnaar oproepen worden of werden gericht;
het lokaliseren van de oorsprong of de bestemming van elektronische communicaties.

Tot de uitzonderlijke methoden behoort onder meer het afluisteren van communicatie, de kennisname en de registratie ervan.

Indien nodig kunnen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten voor deze methodes de medewerking vorderen van de operator van een elektronisch communicatienetwerk of de verstrekker van een elektronische communicatiedienst.

Coördinatiecel Justitie

De operatoren van een telecommunicatienetwerk en de verstrekkers van een telecommunicatiedienst moeten sinds 2003 een Coördinatiecel Justitie hebben. Die cel verzekert in principe de samenwerking tussen de operator/verstrekker en de gerechtelijke overheden. Maar nu wordt zij ook het aanspreekpunt voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

De basisprincipes voor deze Coördinatiecel zijn vastgelegd in het KB van 9 januari 2003. Nu komen daar, specifiek in het kader van de samenwerking met de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, nog een aantal aanvullende regels bij. Zij moeten de betrouwbaarheid van de celleden verzekeren en de beveiliging van de behandelde informatie opdrijven. Alle leden van de Coördinatiecel moeten een positief veiligheidsadvies hebben gekregen. En dat moet om de vijf jaar vernieuwd worden. De minister van Justitie vraagt het advies bij de Nationale Veiligheidsoverheid. En hij kan, mits voldoende motivatie, personen de toegang tot de Coördinatiecel weigeren. Ook al is er een positief veiligheidsadvies.

De operatoren en verstrekkers moeten veiligheidsmaatregelen nemen om de informatie die de Coördinatiecel behandelt, te beschermen. Zij moet immers vertrouwelijk blijven.

De Coördinatiecel deelt een aantal identificatiegegevens mee aan het BIPT (onder meer gegevens over hun leden, nummer van de dienst-GSM, gegevens van de permanentiedienst). Het BIPT bezorgt die gegevens aan de Staatsveiligheid en de militaire veiligheidsdienst.

Identificatie- en facturatiegegevens

Voor het opvragen van identificatie- en facturatiegegevens maakt men een onderscheid tussen operatoren met een nummeringscapaciteit in het nationale nummeringsplan en operatoren zonder nummeringscapaciteit. Tot die tweede groep behoren ook de verstrekkers van een elektronische communicatiedienst.

Alleen de operatoren met een nummeringscapaciteit moeten de inlichtingen- en veiligheidsdiensten een rechtstreekse toegang geven tot de databanken van hun klantenbestand. Dit verloopt via een beveiligde internettoepassing. Het verzoek gebeurt elektronisch, de operator geeft een geautomatiseerd antwoord. Bij iedere raadplegingsaanvraag wordt de identiteit van de aanvrager opgetekend in het intern controlesysteem van de inlichtingen- en veiligheidsdienst. En dit wordt tien jaar bewaard.

Operatoren zonder nummeringscapaciteit en dienstenverstrekkers delen, via hun Coördinatiecel, de gegevens in werkelijke tijd mee aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Met werkelijke tijd bedoelt men de minimumduur die nodig is om de prestatie, volgens de regels van de kunst, te volbrengen, zonder onderbreking en met de inzet van aangepaste middelen en personeel.

Oproep- en lokalisatiegegevens

De Coördinatiecel Justitie moet ook in werkelijke tijd de oproep- en lokalisatiegegevens van eindapparatuur tijdens de overbrenging van de communicatie meedelen. Bij de ontvangst van de vordering moet dus onmiddellijk aan de verwerking ervan begonnen worden. Eenzelfde termijn geldt voor de gegevens van de oproepen die minder dan dertig dagen oud zijn. Die gegevens zijn immers nog online beschikbaar. In de vordering kan wel een andere termijn bepaald worden.

Voor oproepen die ouder zijn dan dertig dagen, stapt men af van ‘de werkelijke tijd’. Zij worden meegedeeld van zodra zij voorhanden zijn, en uiterlijk binnen 24 uur na de ontvangst van de medewerkingsvordering. Ook hier kan een andere termijn voorzien worden.

Afluisteren communicatie

Op vraag van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten verleent de Coördinatiecel Justitie haar technische medewerking bij het afluisteren van de communicatie tijdens de overbrenging ervan, de kennisname en de registratie. De onderschepte communicatie wordt in werkelijke tijd doorgestuurd naar het aangeduide netwerkaansluitingspunt.

Gegevensmededeling

De Coördinatiecel Justitie deel de gegevens mee in een voor de inlichtingen- en veiligheidsdienst gemakkelijk te gebruiken vorm. Het gebeurt via een beveiligde elektronische weg. De informatie kan ook, indien elektronische overdracht onmogelijk is, overgemaakt worden aan een agent van de dienst, op voortaan van zijn legitimatiekaart.

Vergoeding

Het besluit voorziet ook in een vergoeding voor de meewerkende operatoren en verstrekkers. Daarvoor wordt verwezen naar de tarieven die voorzien zijn in de bijlage bij het KB van 9 januari 2003.

Voor prestaties die niet in die bijlage zijn vermeld, worden de werkelijke kosten vergoed. Mits voorlegging van de stavingsstukken.

Technische maatregelen

Tot slot voorziet het nieuwe besluit ook in een aantal functionele vereisten en technische specificaties voor de operatoren en verstrekkers. Die eisen en specificaties garanderen dat de telecomoperatoren en –verstrekkers ook effectief in staat zijn om hun medewerkingsverplichtingen na te komen.

Voor de internetsector gelden overgangsregels.

Inwerkingtreding

Het nieuwe KB van 12 oktober 2010 treedt in werking op 8 november 2010.

Bron: 12 oktober 2010 - Koninklijk besluit houdende de nadere regels voor de wettelijke medewerkingsplicht bij vorderingen door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten met betrekking tot elektronische communicatie, BS 08 november 2010, p.66575; http://www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/2010/11/08_1.pdf#Page123
Zie ook: Koninklijk besluit van 9 januari 2003 tot uitvoering van de artikelen 46bis, par. 2, eerste lid, 88bis, par. 2, eerste en derde lid, en 90quater, par. 2, derde lid van het Wetboek van Strafvordering en van artikel 109terE, par. 2, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, BS 10 februari 2003