Een vraag? Een suggestie?
Tel.: 015 78 7600
Mail: klant.BE@wolterskluwer.com
Vul het formulier in


Verkeersvademecum 2023 (NIEUW)



In editie 2023 van het Verkeersvademecum werden alle wetswijzigingen verwerkt tot en met 1 december 2022. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop, waar u ook een overzicht vindt van de verwerkte wetswijzigingen.

Interventiezakboekje 2023 (NIEUW)



Het Interventiezakboekje 2023 bestaat uit 73 alfabetisch geordende fiches. Zij geven uitleg over de wettelijke en bestuurlijke aspecten van verschillende soorten interventies. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop.
 

Zakboekje strafrecht 2022



Het Zakboekje Strafrecht is een onmisbaar werkinstrument voor iedereen die beroepshalve met het strafrecht omgaat. Voor politieambtenaren onmisbaar om betrouwbare pv’s op te stellen. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop.

Wetboek wegverkeer en wegvervoer



Het Wetboek wegverkeer en wegvervoer bevat alle belangrijke verkeersgerelateerde wetteksten die van toepassing zijn in Vlaanderen. Daardoor is het boek een onmisbaar werkinstrument voor de dagelijkse politiepraktijk en tijdens de politionele opleidingen. U kunt het wetboek meteen bestellen via onze webshop.

Tot 20% korting op onze politiepublicaties

Wolters Kluwer heeft een uitgebreid gamma aan zakboekjes over politiethema's: o.a. verkeer, interventie, politiestatuut, strafrecht en milieuhandhaving. Bekijk het volledige aanbod in onze webshop en krijg tot 20% korting bij de aankoop van meerdere exemplaren voor uw korps of dienst.

Nieuw Medisch Interventieplan houdt ook rekening met terreuraanslagen

Nieuws - 21/02/2017
-
Auteur 
Ilse Vogelaere


Er is een nieuw Medisch Interventieplan (MIP). De terroristische aanslagen in ons land vroegen om aanpassingen aan het oude MIP. Dat dateerde al van 2009.
Het oude MIP was vooral gericht op grote noodsituaties die zich op één bepaald moment en op één plaats afspeelden, zoals bv. een zwaar treinongeval. Het MIP hield geen rekening met terreuraanslagen, waarbij op meerdere plaatsen op (bijna) hetzelfde moment incidenten gebeuren. Maar dat verandert nu.
MIP, uitgebreid MIP en maxi-MIP
Voortaan kunnen er drie versies van het Medisch Interventieplan afgekondigd worden.
Het gewone MIP kan automatisch afgekondigd worden bij één van de drie volgende kwantitatieve criteria:
5 zwaargewonden;
10 gewonden waarbij de aard/ernstgraad van de verwondingen niet gekend is;
meer dan 20 personen potentieel in gevaar, al dan niet ten gevolge van een evacuatie die geen gevolg is van een ordehandhaving.
Het MIP kan ook afgekondigd worden volgens kwalitatieve criteria waarbij rekening wordt gehouden met de pathologie van de slachtoffers of met bijzondere en specifieke situaties (bv. terreur). Een afkondiging op basis van kwalitatieve criteria gebeurt pas na overleg tussen de operator van HC 112/100 of de medische dispatching en een coördinerende verantwoordelijke.
Bij afkondiging van een gewoon MIP worden onder meer een psychosociaal manager (PSM), 5 ambulances DGH (dringende geneeskundige hulpverlening) en 3 MUG-equipes ingezet.
Het uitgebreid MIP kan automatisch afgekondigd worden bij:
20 zwaargewonden; of
40 gewonden waarbij de aard/ernstgraad van de verwondingen niet gekend is.
De afkondiging van een uitgebreid MIP leidt tot de inzet van onder meer een PSM, 10 MUG-equipes en 20 ambulances DGH en Rode Kruis.
Het maxi-MIP wordt afgekondigd bij:
50 zwaargewonden; of
100 gewonden waarbij de aard/ernstgraad van de verwondingen niet gekend is.
Een maxi-MIP zorgt voor de inzet van onder meer alle PSM, 20 MUG-equipes en 40 ambulances DGH of Rode Kruis.
Interprovinciale ondersteuning
Het kan gebeuren dat het hulpcentrum of de medische dispatching bij een uitgebreid MIP of maxi-MIP zelf minder middelen kan inzetten dan de minimale inzetnorm vraagt. Er moet immers ook rekening gehouden worden met de reguliere dienstverlening van de dringende geneeskundige hulpverlening. Die moet gegarandeerd blijven. In een dergelijk geval kan er een beroep gedaan worden op de middelen van de buurprovincies.
De interprovinciale middelen worden naar een ‘punt eerste bestemming’ gestuurd om van daaruit verdeeld te worden over de rampsite(s).
Aflossing personeel
Het nieuwe MIP heeft ook aandacht voor het welzijn van de ingezette hulpverleners. Wanneer het er naar uitziet dat het MIP een redelijk aantal uren kan duren, moeten er rustmogelijkheden (ruimte én tijd) zijn voor het ingezette personeel. Er moeten sanitaire voorzieningen zijn voor personeel en slachtoffers en eten en drinken voor het personeel. Als een MIP meer dan 8 uur duurt, moeten de ingezette hulpverleners en de MIP-omkadering (zoals de federaal gezondheidsinspecteur (GI) of de directeur medische hulpverlening (DIR-MED)) regelmatig afgelost worden.
PSIP
Het nieuwe MIP verbetert de link tussen het MIP en het psychosociaal interventieplan (PSIP).
Psychosociale hulpverleners die aankomen op het terrein moeten zich melden bij de (adjunct) DIR-MED. Die geeft – in overleg met de PSM of de (adjunct) GI – de nodige instructies. De psychosociale hulpverleners kunnen – via de (adjunct) DIR MER of de V-PSH (verantwoordelijke psychosociale hulpverlening) – ondersteuning geven bij het groeperen, opvangen en transporteren van niet-gekwetsten naar het onthaalcentrum.
De acties die in het kader van de psychosociale hulpverlening kunnen uitgevoerd worden staan beschreven in het PSIP. Naast het groeperen en het transporteren van niet-gekwetsten staan de medewerkers ook in voor het onthaal van de niet-gewonden of verwanten in het onthaalcentrum en voor de registratie van iedereen die de ramp rechtstreeks heeft meegemaakt. Zij bemannen ook het telefonisch informatiepunt voor ongeruste verwanten en het centraal informatiepunt voor de behandeling van de gegevens.
Het PSIP kan langer actief blijven dan het MIP. In dat geval heeft de PSM de leiding over het PSIP.
Psychosociale begeleiding medewerkers
Het nieuwe MIP besteedt ook aandacht aan de (psychosociale) opvolging van de medewerkers, hetzij op het ogenblik zelf of later. In eerste instantie staat de verantwoordelijke van de dienst in voor de eerste opvang en opvolging van zijn personeel na een interventie. Daarnaast kan – binnen het kader van het PSIP – ook voor ondersteuning en bijstand gezorgd worden. Bijvoorbeeld via gesprekken met een expert of via een psychologische debriefing met andere actoren die binnen het MIP aanwezig waren.
Communicatieschema
Het communicatieschema wordt verfijnd. Het schema zorgt ervoor dat men onmiddellijk – ongeacht de locatie van het incident – weet via welke weg een andere functie te bereiken is. Het limiteert het aantal verschillende gespreksgroepen en beperkt het aantal gespreksgroepen dat door een bepaalde functie moet gevolgd worden.
Inwerkingtreding
Het nieuwe MIP is van toepassing sinds 19 januari 2017.

Bron:  Omzendbrief nr. DGH/2017/D2 Medisch interventieplan, BS 17 februari 2017