Op 1 februari 2017 voerde de stad Antwerpen een lage-emissiezone (LEZ) in. Vervuilende wagens mogen het stadscentrum niet meer binnenrijden. Hetzelfde geldt voor een deel van Linkeroever. Maar op hun kantonaal overleg van 6 maart jongstleden beraadden Aartselaar, Boechout, Borsbeek, Edegem, Hove, Kontich, Lint en Mortsel zich ook al over de invoering van een LEZ op hun grondgebied. Volgens Vlaams parlementslid Ingrid Pira gebeurde dat op vraag van de stad Antwerpen. “De lage-emissiezone verspreidt zich op het terrein blijkbaar als een inktvlek”, aldus Pira. Kan dat zomaar?
Juridisch gezien is dat “perfect mogelijk”, meent minister van Omgeving Joke Schauvliege. Het LEZ-decreet laat immers intergemeentelijke samenwerking toe.
De gemeenten zijn bovendien volledig vrij om al dan niet een lage-emissiezone in te voeren op hun volledige grondgebied of op een deel ervan. Er is volgens de minister eigenlijk maar één beperking: de LEZ-regels kunnen niet van toepassing zijn op de snelwegen die de steden en gemeenten doorkruisen.
De gemeenten met een LEZ zullen wel afspraken moeten maken over wie de camera’s moet plaatsen en beheren, over welke politiezone het toegangsverbod voor de vervuilende wagens moet handhaven, en vooral over hoe de kosten verdeeld zullen worden over de partners. Het zijn immers vooral de gemeenten aan de grens van de LEZ die zullen moeten instaan voor de handhaving en dus camera's zullen moeten plaatsen. Het LEZ-decreet en zijn uitvoeringsbesluit bevatten daarvoor geen regels.
De minister wijst er ook nog eens op dat het verbod op (oudere) vervuilende wagens niet noodzakelijk een antisociale maatregel is. Het zijn immers meestal de sociaal zwakkere gezinnen die langs drukke invalswegen wonen en die dus het meeste profijt zullen ondervinden van een verminderde toestroom van vervuilende wagens. Bovendien kunnen de gemeenten sociale correcties opnemen in hun LEZ-uitvoeringsreglement. Het LEZ-besluit laat bijvoorbeeld toe dat de gemeenten een vermindering of vrijstelling toekennen aan personen met een verhoogde tegemoetkoming in de gezondheidszorg of aan personen met een handicap. De minister juicht het initiatief tot uitbreiding van de LEZ in elk geval toe.
De invoering van de LEZ in Antwerpen heeft trouwens een onverwacht neveneffect. Waar er de laatste jaren geen enkele premie meer gevraagd werd voor het plaatsen van een roetfilter, “zijn er nu veel meer aanvragen”, zegt Schauvliege. Ze heeft alvast extra budget vrijgemaakt.
Ter afronding nog even dit: tijdens de parlementaire bespreking hadden de Commissieleden het er niet over, maar intussen heeft de stad Mechelen ook al beslist om tegen de zomer van 2018 een lage-emissiezone in te voeren. Met dezelfde criteria als Antwerpen. Strekt de lage-emissiezone zich straks uit van Antwerpen tot Brussel?
Bron: vraag om uitleg van Ingrid Pira aan Vlaams minister Joke Schauvliege over “een uitbreiding van de lage-emissiezone in Antwerpen”, Vl. Parl., Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn, 14 maart 2017.
Zie ook: “Lage-emissiezone; Slim naar Antwerpen”, stad Antwerpen.