Opvallende nieuwigheden
De nieuwe veiligheidsnormen bevatten een aantal opvallende nieuwigheden. Voor heel wat normen wordt een onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde nieuwe stadions, constructies, tribunes en tribunegebouwen (stedenbouwkundige vergunning aangevraagd tussen 1 juli 1999 en 1 januari 2014) en de nieuwste stadions, constructies, tribunes en tribunegebouwen (stedenbouwkundige vergunning aangevraagd na 1 januari 2014). We lichten een aantal normen kort toe.
Vanaf 2014 moeten alle deuren, poorten en hekken in de evacuatiewegen altijd en onmiddellijk in vluchtrichting draaien. Is dat niet het geval, dan worden ze in open stand met slot vergrenzend. Draaien in beide richtingen mag dus niet meer.
Nieuw is ook dat er geen totaalverbod meer is op schuifdeuren en (rol)luiken in de evacuatiewegen. Ze mogen in de toekomst aanwezig zijn wanneer ze van bij de opening tot het sluiten van het stadion in open stand met een slot worden vergrendeld. Tourniquetsystemen zijn wel verboden.
Net als vroeger moet elk compartiment binnen een tribune over minstens 2 afzonderlijke uitgangen beschikken die toegang geven tot een evacuatieweg buiten of onder die tribune. Voor de nieuwe stadions wordt het aantal uitgangen echter bepaald op basis van de capaciteit. Tot 499 personen moeten er minstens 2 uitgangen zijn. Vanaf 500 personen wordt een formule toegepast. Ook de formule voor de berekening van de ‘volledig theoretisch nuttige en vereiste breedte van de evacuatiewegen’ is vernieuwd.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de hellingshoek van de nieuwe tribunes en de hellingshoek van de nieuwste tribunes. Voor nieuwe tribunes geldt een hellingshoek van 37° voor tribunes met zitplaatsen en 35° voor tribunes met staanplaatsen. Voor de nieuwste tribunes zijn dan 35° en 25°.
Van alle zitjes en seats, geplaatst na 1 januari 2014, wordt getest hoe ze reageren op een smeulende sigaret, butaanbrander of houtkrib. Ze mogen bijvoorbeeld niet in brand schieten of gaan smeulen door een weggegooide lucifer of sigaret. Wanneer er toch een zitje of seat in brand vliegt, om wat voor reden dan ook, dan mogen de aanpalende zitjes of seats niet mee gaan branden. Gebeurt dat wel binnen het uur na het ontsteken van de warmtebron, dan worden de zitjes als brandgevaarlijk beschouwd.
Tijdelijke tribunes moeten in principe voldoen aan alle normen die ook gelden voor de nieuwste tribunes. Er gelden wel uitzonderingen. Zo moet bijvoorbeeld niet elke geïntegreerde trap in de tribune aansluiten op een poort naar het speelveld toe. Voor de nieuwste tribunes is dat wel het geval, zelfs wanneer er zich tussen de trap en de poort een evacuatieweg bevindt.
De details over de plaatsing en de algemene veiligheid van de tijdelijke tribunes worden in overleg met de hulp- en interventiediensten bepaald. Organisatoren die tijdelijke tribunes willen gebruiken, moeten de Voetbalcel minstens 10 werkdagen vóór de plaatsing ervan inlichten. En dat per aangetekend schrijven. De plaatsing wordt ook gemeld in de overeenkomst tussen de organisator en de hulpdiensten. De organisator moet tot slot een attest kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de tijdelijke tribunes voldoen aan de wettelijke stabiliteitsnormen en veiligheidsvereisten. Hij moet het attest minstens 3 dagen voor ingebruikname bezitten.
Het aantal sanitaire installaties wordt verhoogd. Per 1.000 supporters moeten er voor de heren 2 wc’s, 6 urinoirs en 1 lavabo aanwezig zijn en voor de dames 3 wc’s en 1 lavabo. Dat was vroeger ook al zo, maar vanaf 2014 gelden die minima ook wanneer er minder dan 1.000 supporters zijn. In de nieuwste stadions worden de aantallen vermenigvuldigd met 1,5. Voor elk bijkomend aantal van minder dan 1.000 supporters wordt het aantal berekend in verhouding tot het aantal dat voorzien is voor 1.000 supporters. Elk sanitair blok moet nu ook een toegang hebben van minstens 80 cm.
• | Personen met een handicap |
Vanaf 2014 is elk stadion voorzien op het onthaal, de hulpverlening aan en de evacuatie van personen met een beperking, en dit in omstandigheden die qua veiligheid identiek zijn aan deze voor andere supporters.
Zowel de tribunes voor de thuissupporters als de tribunes voor bezoekers hebben een afgebakende en vlot bereikbare zone voor personen met een beperking en hun begeleiders en/of assistentiehonden. De personen met een beperking hebben vlotte toegang tot de voor hen aangepaste installatiedelen zoals sanitair en drank- of eetgelegenheden. Er wordt voor deze personen en hun begeleiders een aangepast aantal parkeerplaatsen voorzien.
Voor nationale en internationale voetbalwedstrijden beschikt een stadion over een aangepast verkooppunt voor toegangsbewijzen en een controlepunt.
Afwijkingen blijven mogelijk
Net als vroeger kan de minister van Binnenlandse Zaken ook in de toekomst afwijkingen op de normen toestaan. Dit kan op vraag van de eigenaar van het stadion of de organisator van een voetbalwedstrijd.
De minister zal zich in de toekomst laten adviseren door de Afwijkingscommissie, maar is niet verplicht dit advies te volgen. De commissie zal bestaan uit een lid van de Voetbalcel, een afgevaardigde van de minister van Binnenlandse Zaken, een afgevaardigde van de federale politie, een afgevaardigde van de lokale politie, een afgevaardigde van de organisatoren van voetbalwedstrijden en/of de overkoepelende sportbond, een afgevaardigde van de Directie Brandpreventie van de FOD BiZa, een expert in stabiliteit en veiligheid van gebouwen en een afgevaardigde van een brandweerdienst. De minister van Binnenlandse Zaken zal alle leden aanduiden op basis van hun expertise in veiligheidsnormen bij voetbalwedstrijden. De Voetbalcel zal de commissie bijeen roepen.
Afwijkingen die werden toegestaan op basis van het KB van 1999, blijven van toepassing volgens de voorwaarden en termijnen die destijds zijn bepaald.
Jaarlijkse en driejaarlijkse controle
Er gelden niet alleen nieuwe normen, ook de controleprocedure wijzigt. Net zoals vandaag blijven organisatoren in de toekomst verplicht om de stadions waar nationale en/of internationale voetbalwedstrijden worden gespeeld jaarlijks aan een visuele controle te onderwerpen en driejaarlijks aan een meer grondige expertise. Dit laatste onderzoek kan ook eerder plaatsvinden: enerzijds wanneer dat nodig blijkt uit de visuele controle en anderzijds – en dit is nieuw – wanneer een club promoveert naar tweede nationale. In dit geval gebeurt de expertise voor het begin van de nieuwe competitie.
De proeven op de gebruiksbelasting zijn niet nodig voor tribunes, tribunegebouwen of delen ervan die minder dan 10 jaar oud zijn tenzij uit de visuele controle blijkt dat dit noodzakelijk is. Controles zijn voortaan ook mogelijk wanneer uit het verslag van de brandweer of een andere controleur blijkt dat een stabiliteitsonderzoek nodig is. De regering bepaalt nu ook uitdrukkelijk dat een neutraal expert het grondige onderzoek moet uitvoeren.
Voor de stadions waar nationale en/of internationale voetbalwedstrijden worden gespeeld, zendt de organisator jaarlijks (in juni) een stabiliteitsverslag en een brandveiligheidverslag aan de Voetbalcel en de burgemeester van de gemeente waar het stadion gelegen is. Die verslagen mogen maximum een jaar oud zijn. Momenteel wordt enkel gevraagd naar een recent document.