Het Coördinatiecomité voor Inlichting en Veiligheid, dat sinds begin juni de Nationale Veiligheidsraad bijstaat, bepaalt mee wie als analist of deskundige aan de slag mag bij OCAD, het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse. De leden van het comité maken immers deel uit van de jury bij de vergelijkende wervingsselecties van analisten én behoren tot de commissie die een rangschikking opmaakt van geschikte kandidaten voor de betrekkingen van deskundige en de betrekkingen van administratief personeel.
College voor Inlichting en Veiligheid
Het Coördinatiecomité voor Inlichting en Veiligheid neemt daarbij de taken over van het vroegere College voor Inlichting en Veiligheid. Dat werd op 5 juni 2015 opgeheven na de komst van de Nationale Veiligheidsraad, sinds begin dit jaar de formele opvolger van het Ministerieel Comité voor Inlichting en Veiligheid. Nieuw daarbij is onder meer de structurele aanpak in de organisatie en coördinatie van ons algemeen inlichtingen- en veiligheidsbeleid. Met meer leden aan tafel. Zo nemen naast de Eerste minister en de ministers van Justitie, Defensie, Binnen- en Buitenlandse Zaken, ook de administrateur-generaal van Staatsveiligheid, de chef van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid en Defensie, de commissaris-generaal van de federale politie, de directeur van het OCAD, de voorzitter van het Directiecomité van de FOD Binnenlandse Zaken, een vertegenwoordiger van het College van procureurs-generaal en de federale procureur aan de vergaderingen deel.
Ondersteuning Nationale Veiligheidsraad
Om de uitvoering van de beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad te verzekeren werden op 5 juni 2015 2 ondersteunende organen opgericht: een ‘Strategisch Comité voor Inlichting en Veiligheid’ en een ‘Coördinatiecomité voor de Inlichting en Veiligheid’. Dat laatste bestaat uit alle leidinggevenden van de diensten en overheden die betrokken zijn bij het inlichtingen- en veiligheidsbeleid. Permanente leden zijn bijvoorbeeld de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, de chef van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van het leger, de directeur van het OCAD, de commissaris-generaal van de federale politie, de directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum van Binnenlandse Zaken, de voorzitter van het directiecomité van de FOD Buitenlandse Zaken (of een vertegenwoordiger), een lid van het College van procureurs-generaal en de federale procureur. Zij mogen dus voortaan mee beslissen wie als analist of deskundige werkt bij de OCAD. Al volstaat de afvaardiging van één comitélid voor de jury bij de selectie van analisten en 2 leden voor de commissie bij de selectie van deskundigen.
Veiligheidsclassificatie
Via een tweede KB krijgen de permanente leden van het Coördinatiecomité nog een bijkomende bevoegdheid: zij worden voortaan beschouwd als overheid van oorsprong, gemachtigd om de classificatiecode ‘zeer geheim’ toe te kennen aan geclassificeerde informatie. Ze mogen dat classificatieniveau ook wijzigen of de classificatie afschaffen. Deze taak behoorde in het verleden tot de leden van Staatsveiligheid die de administrateur-generaal van Staatsveiligheid daartoe had gemachtigd.
5 juni 2015
Beide KB’s van 27 september 2015 treden retroactief in werking op 5 juni 2015, de dag waarop het Coördinatiecomité werd opgericht.